1. Kies uit de voorselectie een gedicht uit. Dit is jullie inspiratiebron.
Dat betekent dat jullie vanuit dit gedicht beginnen te denken. Jullie gaan het met je groepje hebben over, waar het gedicht over gaat en welke associaties hebben jullie daarbij?
Je mag alles zeggen en zo ook heel ergens anders uitkomen, ALS het maar ergens nog een klein verbandje houdt met het gedicht. Dat hoeft maar een woord te zijn uit het gedicht of het basisgevoel dat het gedicht bij je oproept. Dit kan jullie samen brengen tot hele ander beelden dan die je in eerste instantie had bij het gedicht. Experimenteer met je gedachten! Reageer op elkaar. Laat het stormen en kijk wat er gebeurt. Schrijf alles op!
Ik wil associaties zien. Waar doet het je aan denken?
b.v.
We stonden bij Achilles, het regende en woei,
in een geur van sigaren, nat gras en natte mannen,
het gromde en stampvoette om ons heen,
voetbal was oorlog, toen al.
Vader, weet je nog hoe het even doodstil werd,
de bal kwam, hij kwam uit de grauwe lucht
en woei voor het doel,
niemand had gezien dat hij daar stond.
Weet je nog hoe hij toen even met zijn hoofd knikte,
bijna ootmoedig, bijna verlegen, bijna verontschuldigend.
We hadden verloren voor we het wisten. Abe.
Je kunt nu denken aan Abe, de 'held' van het gedicht en een foto van Abe erbij doen, maar je kunt ook hele andere dingen uit het gedicht halen. Bijvoorbeeld het gevoel dat Kopland beschrijft van het bij een voetbalveld staan. De herinnering aan vroeger. De teleurstelling van een verloren wedstrijd. Maar als je goed leest zie je dat de schrijver tegen zijn vader praat. Hij haalt samen met hem herinneringen op. Kan het zo zijn dat hij de verloren wedstrijd van toen vergelijkt met een ander soort (plotseling) verlies? Dat de wedstrijd een 'metafoor' is?
Wat is een metafoor?
Dat betekent dat jullie vanuit dit gedicht beginnen te denken. Jullie gaan het met je groepje hebben over, waar het gedicht over gaat en welke associaties hebben jullie daarbij?
Je mag alles zeggen en zo ook heel ergens anders uitkomen, ALS het maar ergens nog een klein verbandje houdt met het gedicht. Dat hoeft maar een woord te zijn uit het gedicht of het basisgevoel dat het gedicht bij je oproept. Dit kan jullie samen brengen tot hele ander beelden dan die je in eerste instantie had bij het gedicht. Experimenteer met je gedachten! Reageer op elkaar. Laat het stormen en kijk wat er gebeurt. Schrijf alles op!
Ik wil associaties zien. Waar doet het je aan denken?
b.v.
Abe Lenstra door Rutger Kopland
in een geur van sigaren, nat gras en natte mannen,
het gromde en stampvoette om ons heen,
voetbal was oorlog, toen al.
Vader, weet je nog hoe het even doodstil werd,
de bal kwam, hij kwam uit de grauwe lucht
en woei voor het doel,
niemand had gezien dat hij daar stond.
Weet je nog hoe hij toen even met zijn hoofd knikte,
bijna ootmoedig, bijna verlegen, bijna verontschuldigend.
We hadden verloren voor we het wisten. Abe.
Je kunt nu denken aan Abe, de 'held' van het gedicht en een foto van Abe erbij doen, maar je kunt ook hele andere dingen uit het gedicht halen. Bijvoorbeeld het gevoel dat Kopland beschrijft van het bij een voetbalveld staan. De herinnering aan vroeger. De teleurstelling van een verloren wedstrijd. Maar als je goed leest zie je dat de schrijver tegen zijn vader praat. Hij haalt samen met hem herinneringen op. Kan het zo zijn dat hij de verloren wedstrijd van toen vergelijkt met een ander soort (plotseling) verlies? Dat de wedstrijd een 'metafoor' is?
Wat is een metafoor?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten